​Vormen: De Cirkel

​In de Kabbala symboliseert de cirkel het concept van oneindigheid en heelheid. Het is een vorm zonder begin of eind, en vertegenwoordigt daarmee eenheid en oneindigheid.
Dit staat in contrast met de lijn, die juist begrenzing en scheiding symboliseert.

Een cirkel heeft geen begin of einde en is daarom een symbool van oneindigheid. Dit is van belang in de Kabbala, waar het scheppingsproces wordt gezien als een voortdurende cyclus. In elke wereld begint de schepping opnieuw en komt deze opnieuw tot voltooiing. De cirkel symboliseert deze oneindige cyclus en herinnert ons eraan dat de schepping niet iets is dat alleen in het verleden heeft plaatsgevonden, maar dat het nog steeds aan de gang is. 
​
De cirkel staat ook voor heelheid en gelijkwaardigheid. In de Kabbala is alles met elkaar verbonden en heeft alles zijn eigen plaats en doel. Elke cirkel binnen de Levensboom, bijvoorbeeld, vertegenwoordigt een bepaald aspect van de schepping en heeft een eigen functie. Toch zijn alle cirkels gelijkwaardig en hebben ze allemaal dezelfde waarde binnen de schepping.

Binnen de menselijke ervaring symboliseert de cirkel het concept van voltooiing en het bereiken van een doel.
Het bereiken van een doel kan worden gezien als het terugkeren naar de oorspronkelijke eenheid en perfectie.
Het herinnert ons eraan dat we allemaal deel uitmaken van de schepping en dat we allemaal een belangrijke rol te spelen hebben. Het begrijpen van de cirkel is ook belangrijk voor het begrijpen van de relatie tussen de verschillende werelden in de Kabbala. De cirkel verbindt deze werelden en maakt het mogelijk voor de mens om een diepere spirituele verbinding te ervaren. 

​Het streven naar het bereiken van deze eenheid en voltooiing is een belangrijk onderdeel van het spirituele pad volgens de Kabbala. Door het verkrijgen van inzicht in de cyclische aard van de schepping en ons eigen leven, kunnen we ons bewust worden van onze plaats in het geheel en ons richten op het bereiken van deze eenheid en voltooiing.