De twee gezichten van vrijheid
Tsafrira Levy volgt sinds ruim twee jaar wekelijkse kabbala-lessen bij Jacob Ben-Chaim in hun moedertaal Hebreeuws en vult die aan met lezen van belangrijke teksten. Eén ervan is het artikel van Rabbi Ashlag over vrijheid, dat ze hieronder kort en vrij samengevat graag deelt met de bezoekers van Olamot Online. Eerder stond op deze website ook haar korte verhaal “Bekeerling”. Ze kwam in 1976 als Masterstudent naar Groningen, werkte naast haar studie als freelance journalist voor een Israëlische krant. Na haar studie schoolde ze zich verder als psychotherapeut en werkte tot haar pensioen in de Verslavingszorg, gecombineerd met de zorg voor haar gezin. Vanaf 1997 publiceert ze in het Nederlands jeugdromans, romans voor volwassenen en dichtbundel, en ze doet ook weer wat journalistiek werk.
Voor meer informatie: www.tsafriralevy.nl
Voor meer informatie: www.tsafriralevy.nl
De twee gezichten van vrijheid
Het Hebreeuws onderscheidt twee aspecten van vrijheid en gebruikt er twee verschillende woorden voor: chofesh en cherut.
Chofesh duidt op de situatie die ontstaat na de bevrijding van een onvrije situatie, zoals slavernij, of andere vrijheidsbeperkende verplichtingen. Het woord vakantie is daarvan afgeleid. Met Cherut wordt de vrijheid bedoeld om naar een zelfgekozen bestemming of omgeving te gaan, die het beste past bij wie men is en wil zijn. Die keus kan de nodige inspanning en ontzeggingen inhouden, waar men vrijwillig voor kiest. Een extreem voorbeeld daarvan is Alexej Navalny, die na zijn vergiftiging door Poetins handlangers vrijwillig terugkeerde naar Rusland, trouw aan zijn bestemming (=verzet tegen tirannie), wetend hij daar in de gevangenis zou sterven. Het Nederlands kent dat onderscheid van de twee gezichten van vrijheid niet en gebruikt voor allebei het woord vrijheid. Over vrijheid raakt de pen sinds mensheugenis niet uitgeschreven. Eén uit de vele visies erover staat in het Hebreeuws te lezen in een artikel over cherut van rabbi Ashlag (1884-1954), bekend van zijn uitleg van de Luriaanse kabbala van Ha’ Ari (1534-1572). Zijn visie geef ik hieronder kort en vrij weer: |
Veel in onze wereld is onvrij om te gaan en staan waar het wil. Rabbi Ashlag vergelijkt dat met de positie van een gerecht op het vuur, dat geen andere weg kan kiezen dan te volgen wat de toegevoegde hitte het voorschrijft. Bepaald door erfelijkheid en milieu geldt deze onvrijheid ook voor levende organismen. Ook voor de mens, op één uitzondering na, de mogelijkheid om zijn weg naar een omgeving of bestemming vrij te kiezen, die bij hem en zijn idealen het beste past.
In de basis van bovengenoemde onvrijheid onderscheidt rabbi Ashlag drie universele principes:
(1) Het gedrag van levende organismen gehoorzaamt twee basiskrachten: de aantrekkingskracht van plezier, de afstotingskracht van pijn. Hoger op de evolutieladder kunnen alleen mensen vrijwillig kiezen voor, bijvoorbeeld, een pijnlijke operatie, wetend dat ze daarmee hun kans op plezieriger en gezonder leven daarna verhogen. Voor deze beredenering is taal en zelfreflectie nodig, die andere dieren missen, of onvoldoende over beschikken.
(2) Verwachtingen van anderen bepalen mede wat een levend wezen plezierig beleeft, bijvoorbeeld verwachte beloning, waardering, of straf. Zo leert een hond zich ook het plezier van een stuk worst op tafel te ontzeggen. Maar een hond, anders dan de mens, mist het reflectieve vermogen om zich ooit bewust te zijn van de reden van zijn op zijn Pavloviaans geleerde gedrag.
(3) Al wat bestaat is onderworpen aan het noodwendige principe van iets komt uit iets voort. Elke gegeven situatie heeft vanzelf een gevolg. Wat dat gevolg bepaalt, is ook de mens met zijn talige, analytische en zelfreflectieve vermogens slechts voor een deel bekend. Het metafoor van de vlinder van Lorenz, die met zijn fladderende vleugels in Brazilië maanden later een tornado in Texas zou kunnen veroorzaken, helpt ons om de reden van deze beperking te begrijpen: in ons complexe universum zijn simpelweg teveel factoren actief, die op elkaar inwerken en gezamenlijk het gevolg van een gegeven situatie bepalen. Zelfs een verandering van een getal ver achter de komma, zoals een fladderende vlinder, kan het resultaat beïnvloeden en voor ons onvoorspelbaar maken. Alleen het Allerhoogste, die wij nooit zullen ontleden, beschikt over het vermogen om alles te overzien en te voorspellen.
In de basis van bovengenoemde onvrijheid onderscheidt rabbi Ashlag drie universele principes:
(1) Het gedrag van levende organismen gehoorzaamt twee basiskrachten: de aantrekkingskracht van plezier, de afstotingskracht van pijn. Hoger op de evolutieladder kunnen alleen mensen vrijwillig kiezen voor, bijvoorbeeld, een pijnlijke operatie, wetend dat ze daarmee hun kans op plezieriger en gezonder leven daarna verhogen. Voor deze beredenering is taal en zelfreflectie nodig, die andere dieren missen, of onvoldoende over beschikken.
(2) Verwachtingen van anderen bepalen mede wat een levend wezen plezierig beleeft, bijvoorbeeld verwachte beloning, waardering, of straf. Zo leert een hond zich ook het plezier van een stuk worst op tafel te ontzeggen. Maar een hond, anders dan de mens, mist het reflectieve vermogen om zich ooit bewust te zijn van de reden van zijn op zijn Pavloviaans geleerde gedrag.
(3) Al wat bestaat is onderworpen aan het noodwendige principe van iets komt uit iets voort. Elke gegeven situatie heeft vanzelf een gevolg. Wat dat gevolg bepaalt, is ook de mens met zijn talige, analytische en zelfreflectieve vermogens slechts voor een deel bekend. Het metafoor van de vlinder van Lorenz, die met zijn fladderende vleugels in Brazilië maanden later een tornado in Texas zou kunnen veroorzaken, helpt ons om de reden van deze beperking te begrijpen: in ons complexe universum zijn simpelweg teveel factoren actief, die op elkaar inwerken en gezamenlijk het gevolg van een gegeven situatie bepalen. Zelfs een verandering van een getal ver achter de komma, zoals een fladderende vlinder, kan het resultaat beïnvloeden en voor ons onvoorspelbaar maken. Alleen het Allerhoogste, die wij nooit zullen ontleden, beschikt over het vermogen om alles te overzien en te voorspellen.
Waar bestaat de vrijheid/cherut van de mens dan wel uit?
Volgens rabbi Ashlag enkel en alleen uit de mogelijkheid om vrij te kiezen voor een omgeving, die bij zijn streven, geloof en door zichzelf gewenste leefwijze past. Onder de “omgeving”, waarvoor de mens vrijwillig kan kiezen, vallen vrienden, leraren, boeken, geloof, leefwijze. Je kunt bijvoorbeeld kiezen om in je vrije tijd actief bezig te zijn in een beleggingsclub, om jezelf materieel te verrijken. Maar je kunt ook kiezen om in die tijd iets te leren wat jou en anderen geestelijk verrijkt.
Voor rabbi Ashlag bestaat zijn cherut uit de keus voor de weg van de Thora. Zich vrijwillig verplichten om als “slaaf van God” te leven, de Thora-geboden, verboden en wetten te volgen, die zijn absolute individuele vrijheid inperken, is voor hem de vrijheid die hij nastreeft, de keus die hem als jood past. Deze weg van de Thora is door honderden voorafgaande generaties met vallen en opstaan ontstaan, bijgehouden en volgehouden. Voor hem is die een tweede natuur geworden, die hij in vrijheid volgt. Hij is ermee vertrouwd en hij vertrouwt op de collectieve wijsheid, die deze weg heeft gebaand. Zo bespaart hij zichzelf als individu het leed van dwalen, twijfelen, vallen en opstaan. Het is des mens, om in een sociaal-cultureel context te leven, met aanvaarding van uitgekristalliseerde normen, waarden en wetten, die een sociaal leven mogelijk maken. Maar anderen dwingen om de weg van de Thora te volgen, stuit hem tegen de borst, want naast een gelovige jood was rabbi Ashlag ook democraat en humanist, die andersdenkenden en minderheden hun cherut, hun vrijheid de weg naar eigen bestemming te kiezen, ook gunde.
Volgens rabbi Ashlag enkel en alleen uit de mogelijkheid om vrij te kiezen voor een omgeving, die bij zijn streven, geloof en door zichzelf gewenste leefwijze past. Onder de “omgeving”, waarvoor de mens vrijwillig kan kiezen, vallen vrienden, leraren, boeken, geloof, leefwijze. Je kunt bijvoorbeeld kiezen om in je vrije tijd actief bezig te zijn in een beleggingsclub, om jezelf materieel te verrijken. Maar je kunt ook kiezen om in die tijd iets te leren wat jou en anderen geestelijk verrijkt.
Voor rabbi Ashlag bestaat zijn cherut uit de keus voor de weg van de Thora. Zich vrijwillig verplichten om als “slaaf van God” te leven, de Thora-geboden, verboden en wetten te volgen, die zijn absolute individuele vrijheid inperken, is voor hem de vrijheid die hij nastreeft, de keus die hem als jood past. Deze weg van de Thora is door honderden voorafgaande generaties met vallen en opstaan ontstaan, bijgehouden en volgehouden. Voor hem is die een tweede natuur geworden, die hij in vrijheid volgt. Hij is ermee vertrouwd en hij vertrouwt op de collectieve wijsheid, die deze weg heeft gebaand. Zo bespaart hij zichzelf als individu het leed van dwalen, twijfelen, vallen en opstaan. Het is des mens, om in een sociaal-cultureel context te leven, met aanvaarding van uitgekristalliseerde normen, waarden en wetten, die een sociaal leven mogelijk maken. Maar anderen dwingen om de weg van de Thora te volgen, stuit hem tegen de borst, want naast een gelovige jood was rabbi Ashlag ook democraat en humanist, die andersdenkenden en minderheden hun cherut, hun vrijheid de weg naar eigen bestemming te kiezen, ook gunde.