Tzimtzum - Begrenzen
"Tzimtzum" is een Hebreeuws woord dat betekent "terugtrekking" of "inkrimping". Het is een concept dat een centrale rol speelt in de Kabbala en verwijst naar het proces van de schepping van de wereld. Volgens de Kabbala was er aanvankelijk alleen God en was er geen ruimte voor een andere realiteit. Om de wereld te kunnen scheppen, moest God dus een deel van Zijn oneindige aanwezigheid terugtrekken om ruimte te maken voor een andere realiteit. Dit proces van terugtrekking wordt "Tzimtzum" genoemd.
Het doel van de "Tzimtzum" is om ruimte te maken voor de schepping van de wereld en om te voorkomen dat de oneindige aanwezigheid van God de schepping zou overweldigen. |
Dit proces van terugtrekking maakt het mogelijk voor de schepping om te bestaan als een aparte entiteit en geeft de mensheid de vrijheid om te kiezen tussen goed en kwaad.
Er zijn twee soorten "Tzimtzum": "Tzimtzum Alef" en "Tzimtzum Beit". "Tzimtzum Alef" verwijst naar de eerste en grootste terugtrekking die God maakte om ruimte te maken voor de schepping. Het was een totale terugtrekking, waarbij God Zijn oneindige aanwezigheid volledig terugtrok om ruimte te maken voor de schepping.
"Tzimtzum Beit" verwijst naar de verdere terugtrekkingen die God maakte om ruimte te maken voor de verschillende lagen van de schepping. Deze terugtrekkingen waren minder volledig dan de eerste en gaven de schepping meer ruimte om te bestaan.
Binnen de menselijke psychologie en spirituele ontwikkeling kan "Tzimtzum" worden gezien als een proces van zelfbeheersing en beheersing van onze verlangens en impulsen. Door onszelf terug te trekken en te beheersen, kunnen we ruimte maken voor anderen en voor God om ons leven binnen te komen. Door ons egoïsme te verminderen en ruimte te maken voor anderen, kunnen we een diepere verbinding met anderen en met God ervaren.
Er zijn twee soorten "Tzimtzum": "Tzimtzum Alef" en "Tzimtzum Beit". "Tzimtzum Alef" verwijst naar de eerste en grootste terugtrekking die God maakte om ruimte te maken voor de schepping. Het was een totale terugtrekking, waarbij God Zijn oneindige aanwezigheid volledig terugtrok om ruimte te maken voor de schepping.
"Tzimtzum Beit" verwijst naar de verdere terugtrekkingen die God maakte om ruimte te maken voor de verschillende lagen van de schepping. Deze terugtrekkingen waren minder volledig dan de eerste en gaven de schepping meer ruimte om te bestaan.
Binnen de menselijke psychologie en spirituele ontwikkeling kan "Tzimtzum" worden gezien als een proces van zelfbeheersing en beheersing van onze verlangens en impulsen. Door onszelf terug te trekken en te beheersen, kunnen we ruimte maken voor anderen en voor God om ons leven binnen te komen. Door ons egoïsme te verminderen en ruimte te maken voor anderen, kunnen we een diepere verbinding met anderen en met God ervaren.